Half april. De taats van de koningsspil speelt op. De koningsspil is de grootste spil, van zwaar eikenhout in de molen, de naam
zegt het al, en hij staat drie verdiepingen hoog rechtop centraal in
het mechaniek. Het rechtop staan wordt ook al helder gemaakt door de
naam spil. Alle assen liggen en de spillen staan. De koningsspil
brengt de draaiing van de wiekenas over naar de techniek beneden, in
ons geval naar de spillen van de molenstenen. De koningsspil draait
met een taats in een taatspotje. IJzer in ijzer. Het potje staat vol
olie. Maar in Veessen piept het al een paar dagen, het knerpt
eigenlijk, ondanks goede smering. Door het gewicht van de spil met
twee grote kamwielen er aan vastgemaakt, rustend op enkele
centimeters oppervlak in de taats is de wrijving fenomenaal en als er
iets mis gaat, onvoldoende smering, of slijtage, wordt de olie
gloeiend heet. De molen zou er door kunnen afbranden. Daarom kunnen
we eigenlijk helemaal niet meer draaien totdat dit probleem afdoende
is opgelost.
De boosdoener , de taats in zijn pot
Opkrikken in een poging om de olie onder de taats te krijgen
Met het opkrikken ging de pot mee omhoog. Pogingen om die terug naar beneden te krijgen, lukten niet. Hier een poging met een busje waarin een bout met moer om de onderdelen uit elkaar te draaien
Eind april. Ondanks eenmaal en andermaal opnieuw
goed smeren, blijft de taats van de koningsspil ons parten spelen en
knerpt en piept het alsof dit onderdeel ons wil toeroepen hoe oud de
molen wel niet is. Dat klinkt leuk, of eigenlijk helemaal niet, want
we kunnen het er niet bij hebben. Olie in een taatspot die zo heet
wordt dat de boel in de fik kan vliegen, is uit den boze.
13 mei, Nationale Molendag. Robin van Katwijk heeft aan de bovenkant van de koningsspil los gemaakt uit zijn draaipunt en vrij uit de kammen van het bovenwiel gezet. Nu kunnen we gelukkig weer draaien zonder dat de koningsspil meedraait en de olie in de knerpende taatspot gloeiend heet wordt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten